Van eeuwenoud erf tot levend dorp

Cobbengem

De oudste vermelding van 'Cobbengem' in archivalia dateert slechts van 1129, hoewel de oorsprong minstens opklimt tot de Frankische periode.

Aanvankelijk vormde Kobbegem een agrarisch domein waarvan de opbrengst in handen kwam van de Sint-Baafsabdij van Gent. Tot dit domein, waarvan de kern zich situeerde in het gebied ten zuiden van de Molenbeek in de omgeving van het huidige Torenhof, behoorde ook een kerk, ontstaan als eigenkerk en qua oorsprong vermoedelijk opklimmend tot het einde van de achtste of het begin van de negende eeuw.

Opgravingen in 2003 bevestigden sporen van deze oude Sint-Gorikskerk.

Na 974 verloor de abdij het grootste deel van haar gronden; het gebied kwam vervolgens in handen van achtereenvolgens de hertogen van Lotharingen, Brabant, en de familie de Bigardis. Kobbegem werd een leen met een eigen leen- en cijnshof.

Rond 1100 verwierven ook de abdij van Affligem gronden in het noorden van Kobbegem, waar later een nieuwe woonkern ontstond rond de (nu verdwenen) Magdalenakapel. Door oorlogsomstandigheden en de veiligere ligging verschoof de dorpskern in de 16e eeuw naar deze nieuwe locatie. De oude Romaanse Sint-Gorikskerk verviel en verdween; enkel een toponiem en een kapelletje herinneren eraan.

In de 20e eeuw werd Kobbegem steeds meer geconfronteerd met verkavelingsdruk door de nabijheid van Brussel. Ondanks deze verstedelijking behield de omgeving rond de dorpskern een landelijk karakter, met uitzondering van de zuidelijke bedrijvenzone (Broekooi). De gotische Sint-Goriks- en Magdalenakerk vormt vandaag een scherp contrast met het nabijgelegen industriële complex van brouwerij Mort Subite.

Verhalen in steen

Bron: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)